Grote Kleuter en zijn Kleutervriendje zijn druk in discussie over hun collectie gogo's. Plots krijgt het gesprek een nogal wiskundige wending wanneer Grote Kleuter opmerkt dat hij 5 gogo's heeft die Kleutervriendje niet heeft.
GK: 'Kijk maar. Deze 2 en deze 3. Dús 2+3 is 5'
KV: 'ja en weet je... 2 MAAL 3 is 6'
GK: 'dat wist ik al hoor, want eigenlijk is dat 3+3'
KV: 'of 3 MAAL 2. Weet je, ik ken die tafels al hoor.'
GK: 'ja. En 3 keer 3 is negen. Want dat is gewoon 3+3+3'
KV: 'en weet je hoeveel 100+100 is? Tweehonderd'
GK: 'dat wist ik ook al hoor, want ik kan al tellen tot tweehonderd.'
KV: 'En ik al tot honderduizendmiljoen'
GK: 'maar eigenlijk kan ik wel tellen tot oneindig hoor.'
KV: 'ik ook'
GK: 'maar dat doe ik wel nooit. Want dat duurt te lang'
KV: 'ja'
En toen gingen ze weer verder naar de orde van de dag. Gogo's vergelijken.
**KV krijgt thuisonderwijs, dus hij heeft een deel van de tafels al geleerd. Vandaar dat hij 'maal' gebruikt. GK had het woord 'maal' nog nooit gehoord, maar had blijkbaar geen moeite om te snappen dat het hetzelfde betekent als 'keer' wat hij spontaan gebruikt.
hahaha dat duurt te lang, dat is ook waarom Kleuter op een gegeven moment niet meer verder wou leren tellen!
BeantwoordenVerwijderen